|
Kinderkerk: bijbelverhalen voor jonge kinderen
11 jul 2023 Kinderkerk: bijbelverhalen voor jonge kinderen Jozef is één van Jacobs zonen. Jacob had een hele schaar kinderen, van verschillende vrouwen. Het was een “patchwork gezin”. Die ontstonden destijds niet door scheidingen en een 2e of 3e leg, maar doordat ‘kamervrouwen’ van de echtgenotes, namens hun werkgeefster zwanger konden worden. Hoe het kwam – en hoe het kon - dat Jacob meerdere vrouwen had is een ander verhaal. Maar Jacob had dus een hele zwik kinderen van Lea, die niet echt de vrouw van zijn dromen was, terwijl de schoot van Rachel -wel de vrouw van zijn dromen én ook nog eens Lea’s jongere zusje!- gesloten bleef. Hij had wel kinderen van Rachels ‘kamervrouw’ en ook van Lea’s ‘kamervrouw’. Er wordt veel geduld van Rachel gevraagd. Het 12e kind van Jacob is haar eerstgeborene. En dat is Jozef. Die Jozef is de lieveling van zijn vader. De familieverhoudingen waren al gecompliceerd. Als die kleine irritante verwende blaag dan ook nog eens met dromen komt waarin iedereen voor hem buigt, dan gaan de broers hem helemaal onuitstaanbaar vinden. Ze kunnen hem wel vermoorden. De oudsten weten dat te voorkomen. Ze ‘verkopen hem slechts’ als slaaf en vertellen thuis een verhaal over een wild beest dat Jozef te pakken genomen zou hebben. Jozef belandt als slaaf bij een hoge Egyptische pief ‘Potifar’. In het huis van Potifar wordt Jozef al snel een belangrijke dienaar. Maar de vrouw van Potifar probeert Jozef te verleiden. Als Jozef daar niet op ingaat, vertelt ze leugens over Jozef. Zo belandt Jozef in de gevangenis. Maar ook in de gevangenis gaat het goed met Jozef. Hij krijgt de leiding over alle andere gevangenen. De wijnschenker en de bakker van de Farao komen ook in de gevangenis terecht. Als zij allebei een bijzondere droom krijgen, kan Jozef hun dromen uitleggen. Met de bakker loopt het niet goed af, met de wijnschenker wel. De wijnschenker komt weer vrij. Jozef vraagt aan de wijnschenker om aan hem te blijven denken. De wijnschenker vergeet Jozef eerst. De Farao krijgt ook een droom. Geen van Farao’s dromenuitleggers of andere raadgevers kan uitleggen wat die dromen over zeven dikke vette koeien en zeven lelijke uitgehongerde koeien betekent. Dan denkt de wijnschenker ineens weer aan Jozef, die ooit zijn droom heeft uitgelegd. De Farao laat Jozef uit de gevangenis halen en Jozef legt zijn droom uit. De Farao is zo onder de indruk van Jozef dat hij hem als onderkoning aanstelt om in de vette jaren schuren te bouwen en voorraden aan te leggen om de magere jaren, die zullen volgen!, door te komen. De hongersnood treft niet alleen Egypte, maar ook de omliggende landen, waaronder Israël. Jacob stuurt zijn zonen op hongertocht. Zo kloppen ze - zonder het te weten- aan bij hun broertje. Jozef laat ze nog wel een poepie ruiken, maar neemt geen wraak op ze. Het eind van het – lange en ingewikkelde – liedje is dat ‘Vader Jacob’ en al zijn nakomelingen Jozef ‘nareizen’ naar Egypte. Eerst ging dat goed, maar uiteindelijk blijkt het de opmaat naar een schandelijke onderdrukking. Maar dat is een ander Bijbelbagageverhaal. Ter overweging
| ||
| terug | ||